Social Impact Bond

  • Betere voorbereiding van maatschappelijke projecten
  • Risicoverlaging voor de overheid
  • Focus op meetbare resultaten
  • Beschikbaarheid van privaat geld voor maatschappelijke doelen

  • Hoge mate van complexiteit
  • Lange voorbereidingstijd
  • Relatief hoge ‘proces’ kosten
  • Mogelijkheid tot manipulatie van prestatiemeting

A.    Wat is een Social Impact Bond (SIB)?

De Social Impact Bond (SIB) is een financieringsinstrument waarbij private investeerders geld steken in het oplossen van maatschappelijke problemen. Overheden betalen hen terug met rendement als ze daarin slagen. Voorbeelden zijn re-integratie van langdurig werklozen in het arbeidsproces of het voorkomen van recidive bij ex-gedetineerden. Nederland is, naast de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, een van de landen waar in de afgelopen tien jaar al regelmatig met SIBs is geëxperimenteerd en waar belangrijke lessen zijn geleerd over de mogelijkheden en beperkingen van het instrument.

In plaats van dat overheden op projectbasis subsidies verstrekken, gaat het er bij een SIB om dat een nauwe samenwerking wordt aangegaan met verschillende partijen die uiteenlopende kennis, ervaring, mensen en middelen inbrengen. Via die samenwerking kan er worden geleerd over ‘wat werkt’ (en wat ook niet) bij het inzetten van bepaalde oplossingen. Cruciaal is dat de samenwerking wordt aangegaan op basis van vooraf gemaakte afspraken over maatschappelijke doelstellingen en resultaten die moeten worden gerealiseerd.

Het gaat bij de samenwerkende partijen in de eerste plaats om de opdrachtgever (in de veelal Engelstalig literatuur over SIBs ook wel de ‘outcome payer’ genoemd): een overheid die in de meeste gevallen het probleem en de doelgroep identificeert, de te financieren resultaten bepaalt, en daarvoor betaalt. Daarnaast is er sprake van een of meerdere investeerders, die geld beschikbaar stellen, aan een of meer uitvoerders (‘social entrepreneurs’), die een dienst verlenen gericht op het realiseren van een bepaald maatschappelijk doel.

Vaak is er bij een SIB ook een intermediair betrokken die alle activiteiten coördineert en het proces bewaakt. Regelmatig is er ook sprake van een onafhankelijke instantie die de resultaatmetingen verricht (‘evaluator’). De belangrijkste partij is uiteindelijk de doelgroep, de groep (van vaak kwetsbare) personen in de samenleving waar de maatschappelijke dienstverlening zich op richt, en van wie de behoeften centraal staan.

Zie onderstaande figuur voor een schematisch overzicht van de verschillende betrokken partijen en hun rollen.

De opdrachtgevers zijn, in Nederland althans, veelal gemeenten, maar soms ook ministeries, provincies of zorgverzekeraars. In de praktijk zijn de geldschieters doorgaans maatschappelijk betrokken investeerders of filantropische instellingen. Hoewel overheden in de meeste gevallen het initiatief voor een SIB nemen, komt het ook voor dat een investeerder met een voorstel voor een SIB naar een overheid stapt omdat deze mogelijkheden ziet voor het creëren van maatschappelijk effect. De uitvoerders kunnen allerlei soorten maatschappelijke dienstverlenende bedrijven of organisaties zijn. Ze kunnen verschillen in de mate waarin zij een maatschappelijk karakter hebben (‘social intent’). Soms zijn er meerdere dienstverlenende partijen betrokken bij de uitvoering van een SIB.

Van belang is dat het bij een SIB gaat om een resultaat-afhankelijke, op afspraken gebaseerde (contractuele) relatie tussen de betrokken partijen. Het rendement voor de investeerders is afhankelijk van de realisatie van vooraf overeengekomen doelen: als de gestelde doelen worden gerealiseerd, dan betaalt de overheid de investeerder terug met rendement; zo niet dan is de investeerder zijn of haar geld kwijt. Vandaar dat transparantie en, meer in het bijzonder, meetbaarheid van de resultaten cruciaal is. Denk, bijvoorbeeld, aan resultaten zoals het aantal langdurig werklozen dat duurzaam re-integreert in het arbeidsproces, of het aantal ex-gedetineerden dat na vrijlating opnieuw in de fout gaat. De wijze van prestatiemeting kan overigens variëren, bijvoorbeeld van heel gedetailleerd naar op enkele hoofdpunten, en van uitsluitend kwantitatief naar een combinatie van kwantitatief en kwalitatief.

Voor overheden is een SIB interessant omdat een SIB het mogelijk maakt om te experimenteren met oplossingen voor complexe maatschappelijke problemen, terwijl private investeerders het financiële risico dragen (waarvoor zij worden beloond met rendement in geval van succes). Hier zit dus een belangrijk verschil met de subsidie. Daar draagt juist de overheid het risico. In de oorspronkelijke vorm van de SIB werd bij het niet realiseren van de doelstellingen de hoofdsom niet aan de investeerders terugbetaald. In de praktijk zien we dat SIBs niet langer een ‘alles of niets’ investering zijn maar dat de investeerders bij het niet volledig realiseren van de doelstellingen een bepaald percentage van de hoofdsom terugkrijgen. In sommige gevallen is het rendement niet alleen gerelateerd aan de resultaten, maar ook aan processen, activiteiten of tussentijdse mijlpalen. Ook komt het voor dat uitvoerders optreden als co-investeerder (met eigen geld of een lening), waardoor ook zij een deel van het risico op zich nemen.

De term ‘Social Impact Bond’ is overigens enigszins misleidend. Bij een obligatielening (‘bond’) is de terugbetaling van de hoofdsom en de rentevergoeding niet resultaatafhankelijk, terwijl dat bij een SIB juist wel het geval is.