Social Impact Bond

  • Betere voorbereiding van maatschappelijke projecten
  • Risicoverlaging voor de overheid
  • Focus op meetbare resultaten
  • Beschikbaarheid van privaat geld voor maatschappelijke doelen

  • Hoge mate van complexiteit
  • Lange voorbereidingstijd
  • Relatief hoge ‘proces’ kosten
  • Mogelijkheid tot manipulatie van prestatiemeting

I.    Economische dimensie

SIBs zijn een voorbeeld van publiek-private samenwerking. De overheid intervenieert niet zelf, maar via private partijen. Tegelijkertijd laat de overheid het oplossen van maatschappelijke vraagstukken niet volledig aan de markt over. Cruciaal is namelijk dat in het geval van SIBs sprake is van een resultaatverplichting: de uitvoerder moet een resultaat behalen, en niet slechts een dienst leveren, zoals dat meestal het geval is wanneer de overheid inkoopt op de markt. 

Politieke en financiële risico’s

De maatschappelijke problemen waar SIBs het meest geschikt voor zijn, zijn complex van aard, en de oplossingen voor die problemen zijn niet direct voor handen. Daarom moet er worden geëxperimenteerd, zijn innovaties nodig. De kans bestaat dat een interventie mislukt in de zin dat de gestelde doelen niet worden behaald. Dat brengt een zeker financieel risico met zich mee, en daarmee een politiek risico. Een mislukking kan schadelijk zijn voor het imago van de overheid. Hierdoor kunnen ze terughoudend zijn.

Bij een SIB neemt een investeerder echter het risico; bij de eerste SIBs was dat voor het volledige bedrag, maar tegenwoordig draagt de uitvoerder ook steeds vaker een deel van het risico, zodat deze een (financiële) prikkel heeft om goed te presteren. Soms deelt ook de overheid in beperkte mate in het risico. Een SIB kan het zo mogelijk maken voor een overheid om toch te experimenteren zonder het (volledige) financiële risico te lopen. Dit maakt een SIB niet alleen financieel maar ook politiek aantrekkelijk.

Ongewenst gedrag

Tegelijkertijd maakt de complexiteit van maatschappelijke vraagstukken, en de onzekerheid die daarmee gepaard gaat, het ingewikkeld om dergelijke diensten aan anderen over te laten. Traditionele contracten zijn niet geschikt voor SIBs omdat niet alles vooraf vast te leggen is, ook niet doelen en resultaten (het fenomeen van de ‘incomplete contracts’). 

Omdat niet alles vooraf vast te leggen is, zouden uitvoerders een prikkel kunnen hebben om te besparen op gewenste resultaten die niet goed (contractueel) kunnen worden vastgelegd en niet goed meetbaar zijn. Om ongewenst gedrag te voorkomen is daarom enerzijds een zekere mate van onderling vertrouwen en flexibiliteit vereist; anderzijds kan de prikkel ook worden gereduceerd door bijvoorbeeld niet tegen de laagst mogelijke prijzen te contracteren.

Kosten van een SIB

Sowieso is kostenreductie niet een van de eerste overwegingen om tot een SIB te komen. In Nederland werd de eerste SIB in 2013 ingezet, ten tijde van de financiële crisis, toen het aantal mensen, waaronder jongeren, met een uitkering sterk toenam. De gedachte was destijds vooral dat via die eerste SIB, en de samenwerking tussen uiteenlopende partijen, jeugdwerkloosheid effectiever zou kunnen worden bestreden. De gedachte was niet zozeer dat kosten konden worden gereduceerd. 

Voor een SIB moet de overheid namelijk wel degelijk eerst een reservering maken, en dus op papier geld uitgeven; een SIB is dus niet noodzakelijkerwijs budgetneutraal, en vereist politieke steun. Ook al kunnen er uiteindelijk wellicht besparingen worden gerealiseerd, in het bovengenoemde geval ten opzichte van de kosten gemoeid met het verstrekken van uitkeringen.

In het algemeen zijn SIBs relatief duur voor wat betreft ontwikkeling en uitvoering, juist ook omdat ze het beste kunnen worden ingezet voor ingewikkelde maatschappelijke vraagstukken waarvoor traditionele subsidies niet geschikt zijn. Financieel gezien, is een SIB dus alleen interessant voor grotere initiatieven, anders zijn de kosten te hoog in verhouding tot de interventie. 

Resultatenfondsen

Dit is ook een van de redenen dat in de laatste jaren wordt geëxperimenteerd met zogenaamde ‘outcomes funds’ of resultatenfondsen, zoals het Brabant Outcomes Fund (BOF) dat vanuit de Provincie Noord-Brabant is ingesteld. In dergelijke fondsen kunnen verschillende resultaatcontracten worden ondergebracht, en bijvoorbeeld worden gewerkt met vastgelegde raamwerken, waardoor de ontwikkelings- en uitvoeringskosten per initiatief kunnen worden gereduceerd.