Social Impact Bond

  • Betere voorbereiding van maatschappelijke projecten
  • Risicoverlaging voor de overheid
  • Focus op meetbare resultaten
  • Beschikbaarheid van privaat geld voor maatschappelijke doelen

  • Hoge mate van complexiteit
  • Lange voorbereidingstijd
  • Relatief hoge ‘proces’ kosten
  • Mogelijkheid tot manipulatie van prestatiemeting

J.    Praktijkvoorbeelden

De allereerste SIB ter wereld ging in 2010 van start vanuit ‘Her Majesty’s Prison Peterborough’ in het Verenigd Koninkrijk. Doelstelling was om het aantal recidivisten onder kort-gedetineerden (minder dan 1 jaar gevangenisstraf) te laten dalen met minstens 7,5%. Tot dan toe werd 60% van de ex-gedetineerden binnen 1 jaar na vrijlating weer veroordeeld en gemiddeld waren dat vijf veroordelingen binnen datzelfde jaar. Zeventien partijen investeerden gezamenlijk £5 miljoen in een re-integratieprogramma voor een groep van duizend ex-gedetineerden en tegelijkertijd werd een controlegroep samengesteld. In 2017 concludeerde het Britse ministerie van justitie dat, ten opzichte van de controlegroep, het percentage recidivisten met 9% was gedaald. De zeventien investeerders kregen hun geld terug, plus een jaarlijks cumulatief rendement van ruim 3%.

In de periode 2013 tot 2019 zijn er, volgens een overzicht van Social Finance NL, een social enterprise die regelmatig als intermediair optreedt bij SIBs in Nederland en ook de eerste SIB introduceerde in het Verenigd Koninkrijk, achttien SIBs opgestart in Nederland. De eerste eind 2013 in Rotterdam, gericht op werkloosheid onder niet of laaggeschoolde jongeren, de laatste drie SIBs zijn begin 2019 van start gegaan. Gemiddeld werd er zo’n €1,2 miljoen per project geïnvesteerd en was de looptijd per project 34 maanden. Dat betekent dat per project per jaar gemiddeld €0,41 miljoen is besteed aan de betreffende soort van maatschappelijke dienstverlening. Het eerste project in Rotterdam is beëindigd, met als resultaat dat 59% van de jongeren tussen 17 en 27 een baan heeft gevonden en niet meer afhankelijk is van een werkloosheidsuitkering. De investeerders ontvingen hun investering plus het rendement van 12%. 

Helaas is van de overige projecten binnen Nederland (nog) niets bekend over de (voorlopige) resultaten. Bij tien projecten was een gemeente de opdrachtgever, in vier gevallen een provincie, in twee gevallen een ministerie, en in twee gevallen een verzekeraar (CZ en De Amersfoortse). De gemeenten Rotterdam en Utrecht zijn ieder twee keer een SIB-project gestart. 

Start Foundation, ABNAmro Impact Fund, Oranje Fonds, Rabo Foundation en Stichting DOEN zijn tot nu toe de belangrijkste investeerders geweest. Daarnaast is er een zestal sociale investeerders die in een SIB hebben geïnvesteerd.

Bij de uitvoerders is een partij bij drie projecten betrokken geweest, Buzinezzclub. Buzinezzclub opereert in Rotterdam, Utrecht en Eindhoven en is een onderneming die mensen tot 35 jaar middels een trainingsprogramma, workshops en persoonlijke coaching aan een baan of studie probeert te helpen. Alle andere uitvoerende instellingen zijn ieder bij een specifieke SIB actief geweest.

In 2017 richtte de Provincie Noord-Brabant het Brabant Outcomes Fund (BOF) op, in eerste instantie voor een experimenteerfase van vijf jaar (tot 2022). Het fonds is opgericht om middels SIBs en andere vormen van resultaatfinanciering Brabantse ondernemers in staat te stellen een bijdrage te leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken in de regio. Van de 83 ondernemers die eind 2018 een project hadden aangemeld, zijn er vijf geselecteerd voor een SIB-project. In juli 2019 zijn uiteindelijk contracten afgesloten tussen vier ondernemers, drie investeerders (Oranje Fonds, Stichting DOEN en Rabo Foundation) en het BOF. Voor een volgende ronde van het BOF zijn drie thema’s bepaald: circulaire economie, energiearmoede en vernieuwende wooninitiatieven.