Subsidiekader

C.   Van de subsidietitel uitgezonderde financiële verstrekkingen

In het tweede tot en met het vierde lid van artikel 4:21 Awb worden enkele financiële verstrekkingen die op het eerste gezicht binnen de reikwijdte van de subsidiedefinitie vallen daarvan uitgezonderd. Het gaat om faciliteiten in de fiscale- en premiesfeer, uitkeringen (slechts) aan publiekrechtelijke rechtspersonen en de bekostiging van onderwijs en onderzoek. De wetgever noemt deze uitzonderingen expliciet om verwarring te voorkomen. In artikel 4:21 Awb is niet bepaald dat deze verstrekkingen geen subsidies in de zin van de Awb vormen, maar dat de subsidietitel op deze verstrekkingen niet of slechts van overeenkomstige toepassing is.

Met name de uitzondering dat titel 4.2 Awb niet geldt voor subsidies die blijkens een wettelijke regeling uitsluitend aan publiekrechtelijke rechtspersonen kunnen worden verstrekt is van belang. Het woord uitsluitend impliceert dat de subsidie niet door een gewone burger kan worden aangevraagd. Hierbij gaat het dus vooral om uitkeringen die door het Rijk aan een gemeente of provincie en/of hun organen worden verstrekt met het oog op een bepaalde activiteit. Het kan ook gaan om uitkeringen van een provincie aan een gemeente. Let op: de uitzondering ziet niet op subsidies die zonder wettelijke grondslag aan een publiekrechtelijke rechtspersoon zijn verstrekt. Denk bijvoorbeeld aan financiering die is verstrekt op grond van een beleidsregel. In een dergelijk geval kan de subsidietitel juist in een leemte voorzien.​​​​​