Right to Challenge

  • Sociale winst
  • Innovatie
  • Maatwerk binnen buurt of wijk
  • Actiever contact met de burger
  • Imago
  • Andere houding overheid
  • Complexiteit
  • Moeilijk meetbaar
  • Bestaande contracten
  • Back-up plan

D.    Nadelen van het instrument Right to Challenge 

Het instrument Right to Challenge kent ook verschillende (potentiele) nadelen . Deze nadelen zijn verschillend van aard: sommige zijn sociaal-maatschappelijk, andere juist economisch of politiek. De belangrijkste en meest genoemde redenen worden hier behandeld.

Andere houding overheid

Voor een geslaagde inzet van het instrument Right to Challenge c.q. het ruimte bieden aan burgerinitiatieven is het noodzakelijk dat de overheidsorganisatie op een andere manier omgaat en communiceert met burgers en maatschappelijke organisaties. In veel gevallen zal er samen met hen gekeken moeten worden hoe de daadwerkelijke uitvoering van publieke taken tot stand kan komen in een concrete situatie. Dit vraagt om een aanpak en communicatiestijl die coöperatief is. Van oudsher is het overheidsbestuur en zijn ambtenaren vaak gewend om eenzijdig, c.q. top-down te besluiten. Voor succesvolle challenges en burgerinitiatieven zal de overheidsorganisaties een meer faciliterende rol moeten aannemen. Ingesleten gestandaardiseerde werkprocessen en de hiermee opgedane ervaringen kunnen het moeilijk maken om deze rol van de een op de andere dag succesvol te realiseren. De systeemwereld van het openbaar bestuur en de leefwereld van burgers en maatschappelijke organisaties sluiten niet altijd goed op elkaar aan.  

Complexiteit 

Challenges / burgerinitiatieven kunnen complex zijn, zowel vanuit het perspectief van de challengers als vanuit het perspectief van de overheid. Voor overheidsorganisaties geldt dat burgerinitiatieven al snel afdelings-  en sector overstijgend zijn. Challenges en initiatieven passen vaak niet binnen de bestaande afdelings- en besluitenkaders en begrotingsposten van de overheidsorganisatie. Het is al snel nodig om met verschillende beleidsinhoudelijke, juridische en financiële specialisten aan tafel te zitten om afstemming te krijgen in verband met een challenge of initiatief. Dit vraagt om de nodige coördinatie en communicatie tussen verschillende afdelingen die dat niet per se gewend zijn. Dit proces kan veel tijd in beslag nemen.

Voor challengers en initiatiefnemers is die complexiteit ook een gegeven. Met name in de aanloopfase voordat de daadwerkelijke challenge plaatsvindt of het burgerinitiatief wordt gepresenteerd zal veel contact moeten worden gehouden met (verschillende afdelingen van) de overheid. Vaak is voor challengers/initiatiefnemers niet duidelijk waar zij moeten zijn of wie erover gaat. Uit onderzoek blijkt dat zij problemen hebben om binnen de overheidsorganisatie een contactpersoon te vinden; zij worden voor hun gevoel veel van het kastje naar de muur gestuurd. Bovendien hebben zij vaak een informatieachterstand.

Moeilijk meetbaar 

Wanneer burgers gebruik willen maken van hun Right to Challenge/een initiatief willen ontplooien zullen zij hun plannen voorleggen aan de overheidsorganisatie. Die moet beoordelen of het initiatief daadwerkelijk ‘beter’ is dan de manier waarop de overheidsorganisatie de taak tot nu toe uitvoerde. Deze beoordeling kan om meerdere reden lastig zijn. Vaak is onduidelijk hoeveel budget er gekoppeld is aan bepaalde taak. De gechallengede taak kan namelijk ingebed zijn in diverse financiële budgetten. Ook kunnen door het overdragen van taken schaalvoordelen verloren gaan. 

Een andere complicerende factor heeft te maken met de criteria waarop initiatieven beoordeeld worden. Wanneer beoordeeld moet worden of het initiatief 'beter' is, zal al snel de factor geld een rol gaan spelen. Is er wel voldoende budget om het initiatief te ondersteunen? Hoeveel is momenteel begroot voor de gechallengede taak? Dit is voor initiatiefnemers problematisch omdat de voordelen die zij willen behalen met hun initiatief moeilijk meetbaar of uit te drukken zijn in geld. Zo kan een initiatief voor meer sociale wederkerigheid, een hoger welzijnsgevoel in de wijk, de beperking van eenzaamheid of (ziekte)preventie zorgen. Het is vaak lastig om hier een geldelijke waarde aan toe te kennen. 

Bestaande contracten

Het moet bij een Right to Challenge gaan om een bestaande taak die reeds door de overheid wordt uitgevoerd. Zie: Wat is het instrument Right to Challenge? Dat de taak door de overheid moet worden uitgevoerd, betekent echter niet dat zij deze taak ook daadwerkelijk zélf uitvoert. In veel gevallen maakt de overheid immers gebruik van (grote) professionele partijen waarmee zij – na het volgen van een aanbestedingsprocedure – contracten sluit. Dit kan gevolgen hebben voor het Right to Challenge. Het is mogelijk dat het gebied waarop de challenge wordt ingediend al ‘vast zit’ in bestaande contracten of subsidierelaties. Concreet betekent dit dat het in zulke gevallen lastig kan zijn om de challenge (direct) doorgang te laten vinden. Allereerst is het waarschijnlijk dat professionele partijen gedurende de looptijd van het contract niet opnieuw zullen willen onderhandelen om plaats te maken voor de challengers. Wanneer de gechallengede taak is aanbesteed speelt daarnaast nog het leerstuk van de wezenlijke wijzigingen. De hoofdregel hierbij is dat opdrachten die gedurende de looptijd essentieel wijzigen opnieuw moeten worden aanbesteed. Voor kleinere wijzigingen – 10% van de opdracht – geldt een minimusregeling. Wij raden u aan om in dit soort situaties contact op te nemen met uw aanbestedingsspecialist. Klik hier voor meer informatie over inkoop. Wanneer wijzigingen wel kunnen worden doorgevoerd en heronderhandelingen mogelijk zijn, dient in het achterhoofd te worden gehouden dat hierdoor schaalvoordelen verloren kunnen gaan waardoor de kosten zullen stijgen. 

Bovendien kan de principiële vraag opkomen of de challangers niet zouden moeten meedoen in de volgende aanbestedingsprocedure, of zij in een dergelijke procedure kunnen concurreren met professionele partijen en of voor deze initiatiefnemers uitzonderingen mogelijk zijn

Geen overdracht van de taak: een plan B

Bedacht moet worden dat met het openstellen van de mogelijkheid om de overheid ‘te challengen’ slechts een mogelijkheid voor de burger gecreëerd wordt om publieke taken over te nemen. Wanneer er geen challenges worden ingediend, of de ingediende challenges om wat voor reden dan ook niet van de grond komen betekent dit niet dat de overheid de betreffende publieke taken kan afstoten. De taken zullen vaak nog steeds moeten worden uitgevoerd en wel door de overheid zelf. Dit betekent dat er dus een back-up plan moet zijn, met name voor situaties waarin challenges uiteindelijk geen doorgang vinden.